Afbeelding
Foto: facebook

‘Voorbij voorbij oh, voorgoed voorbij’

Algemeen

Na 120 (!) jaar komt er een einde aan ‘Bakkerij Pompe’ aan de Zilkerduinweg. De bakker blijft bestaan, maar wordt met ingang van 11 juni overgenomen door Bakkerij Van Eeden. 

De redactie ontving van Leon Nederstigt een mail over deze bijzondere bakkerij. 

“Als je in de afgelopen 120 jaar, midden in de nacht dolende was over de Zilkerduinweg, en je passeerde nr. 227, dan rook je daar steevast de onweerstaanbare oergeur van versgebakken brood. Het is mij meermaals overkomen. Meesal op momenten dat ik veel te laat het café van Dirk en To Klinkenberg verliet. De gelukzalige roes waarin ik dan naar huis liep, ging via de neus over in een extatisch gevoel van geluk dat mij als een magneet de bakkerij van Pompe introk. Dat kon gewoon. Je kende de bakkers en zij kenden jou. Dat je al je geld in het café had verbrast was geen enkel probleem, over betalen werd niet eens gesproken. In een mum van tijd werd er gelachen en had je een warm brood in je handen. Onderweg naar huis begon je er al van te eten. Thuis bakte je nog een paar eieren waarna je, niet altijd in je bed, gelukkig in slaap viel. Ooit zag ik in zo’n nachtelijk uur dat bakker Peter langs de zakken meel liep en er telkens zijn hand in stak. Ik vermoedde een professionele handeling, maar toen ik ernaar vroeg zei hij droog: “effe me meel checken”. Dit is nu, naar de beroemde woorden van de dichter J.C. Bloem, “Voorbij, voorbij o en voorgoed voorbij”. 

Zoals er nog veel meer voorbij is. Tientallen jonge Zilkers hebben in de bakkerij hun eerste stappen gezet in aanvang naar hun werkzame leven.
Het voortreffelijke brood en banket dat Pompe maakte, vond zijn weg niet alleen in De Zilk. Als de wind goed stond kwamen ze tot vanuit Haarlem voor het brood, het banket en de beroemde appelrondo’s.
Het kon gebeuren dat de appelrondo’s binnen een uur waren uitverkocht, in dat geval werden de bakkers van huis gehaald voor een nieuwe ronde.
Ooit haalde ik een half casino waar geen zout in bleek te zitten. In plaats van teleurgesteld was ik ontroerd; zo dicht bij huis was de bakker het klauwtje zout vergeten! Kom daar nu eens om bij al die broodfabrieken waar de broden gerobotiseerd van de lopende band rollen.

Vakanties zat ik vaak niet uit, omdat ik te vroeg door het meegenomen brood van bakker Pompe was. Blijven was dan zinloos.
In de gevangenis bezocht ik ooit een gedetineerde kennis. Ik had een krentenbrood van bakker Pompe voor hem meegenomen. De bakkers hadden er op mijn verzoek een vijl in meegebakken. “Eet smakelijk en tot vanavond”, stond er op het begeleidende kaartje.
Een Abraham of een Sarah werd zo schunnig gemaakt als jij dat wenste. Maar ook met een eenvoudig kadetje konden de bakkers je al doen blozen.
Marsepeinen creaties die je buikpijn van het lachen bezorgde.
En voor het lokale nieuws was de meest betrouwbare bron de winkeldame die je die dag het brood verkocht. De laatst overledene, amper koud, zij wisten het.

Zelfs voor de koers van de bitcoins kon je bij hen terecht.

Pompe bakte 120(!) jaar het brood in De Zilk. Een formidabele prestatie.
De Zilkerduinweg was nog onverhard toen de eerste broden in een bakkerskar met trekhonden zijn weg naar de Zilkers vond.
Ze hebben de bakkerij op die plek nooit meer verlaten. Monumentenzorg heeft al interesse getoond.

Ik ga de bakkers en al het lekkers dat ze maakten missen. Ze verstonden hun vak en deden geen concessies. Ze waren relaxed en servicegericht.
Voorbij, voorbij o en voorgoed voorbij……..

Bedankt bakkers!”

Uit de krant