Afbeelding

Gladiolen

Column Bollenpraat

In de bollenwereld hadden ze altijd het imago van het goedkope knolletje. Voor weinig geld kon je, als bloemenkweker, aan de gang. Veel sjouwen, dikwijls onder de brandende zon, altijd midden in de zomer. Anderzijds wordt wel de vergelijking gemaakt met de krantenjongen die miljonair wordt. Iedereen die wat wil bereiken moet op de onderste sport van de ladder-naar-succes beginnen.

Dezer dagen is gladiolen telen voor de bloem en voor de bol serieuze business. De moderne nieuwe variëteiten komen pas na uitvoerig testen op de markt. Ze hebben een lange aar, rechtopgaand blad, een dikke nek, niet dubbel-bloeiend en ze mogen niet door de zon verbranden. Ook is er kwekersrecht van toepassing; een voorzorg tegen overproductie.

Vergeleken met vroeger is het werk in de bloemen aanzienlijk verlicht. Een kar met een motor rijdt door de paden om ze op te halen, dan in blikken op de kar en gelijk met de auto naar de veiling. Tegenwoordig doen de kleine gladiolen het goed. Veel hanteerbaarder en goedkoper voor ver transport. Dit zijn de primulinussen en de glamini's. De nog kleinere nanus en colvillii worden alleen door specialisten geteeld.

De bollen zijn erg vatbaar voor ziektes en het snijden vraagt veel ervaring. Wat maakt de gladiool zo populair? Ze vullen, na de pioenen, het gat in de markt, wat er duidelijk is.

Bovendien vertolken zij het ultieme zomergevoel. Ze komen vóór de chrysanten, want dan is het alweer herfst! Misschien is het daarom wel de vierdaagse-bloem. In een laat bloeijaar worden in Nijmegen ook wel zonnebloemen verkocht, maar dat blijft toch surrogaat.

Ik raad u aan, deze week, naar de finish van al die wandelaars te gaan, dan zie je in de gezichten dezelfde triomf als diegenen die in Rome aan het zwaard van de gladiatoren ontsnapten.

Voor hen geldt zeker: gladiolen forever!

Aad van Ruiten

Uit de krant