Afbeelding

Schadefreude

Column column van caro

Houdt u ook zo van spelletjes? Iedereen z'n mobiel opzij en bloedfanatiek met speelbord (en mes) op tafel strijden om de eeuwige roem. Heerlijk. 

Ik deed deze wintersportvakantie voor het eerst mee aan 30 Seconds. Een zandloper geeft de tijd aan waarbinnen je zoveel mogelijk van de vijf begrippen die op het door jouw getrokken kaartje staan, moet omschrijven. Geen deel van het woord gebruiken, geen andere taal, geen zichtbare hint. Appeltje eitje. De regels waren me in 15 seconds duidelijk. Met onze groep van achttien man, vormden we zes teams van drie.

Overigens ging ik voor het eerst na zes jaar weer mee met deze groep. En binnen een paar seconden was het duidelijk dat ik een beginneling was. Of ik werd gewoon ongegeneerd in de maling genomen of er was teveel glühwein in het spel. Of een combi van beide.

Saillant detail: ik was na dag één uitgeskied, nadat ik heel charmant wijdbeens in mijn 2020-outfit (zie mijn column van week 8) de piste afgleed. Mijn skistokken heb ik de rest van de vakantie als suffe Nordicwalkers kunnen gebruiken. Maar dit terzijde.

Ik was eindelijk aan de beurt. Op mijn kaartje staat: Komkommertijd, Radio, Thuis, Spontaan, Avocado.

Ik begin met ‘spontaan’, dat lijkt me de makkelijkste. Inmiddels loopt de zandloper. “Niet gesloten maar….” omschrijf ik terwijl ik een ronddraaiende voorwaartse beweging met mijn rechterhand maak.

“Open! Vrij!” raden mijn teamleden. “Nee… Ik ben het!” zeg ik, “vrij, makkelijk!”

 “Golddigger”, roept iemand uit het Noordwijk-vak-ik-noem-geen-namen.

“Bijdehand”, iemand uit het andere Noordwijk-vak-ik-noem-geen-namen.

Iedereen giert het uit. Daar sta je dan met je goeie gedrag. De zandloper was inmiddels allang uitgezandloperd. Nog na-hikkend van de lach gaat de beurt over naar het 010-vak, zeg maar vak S. Daarin zat een ietwat corpulente nieuwkomer (vorig jaar voor het eerst mee, dan moet je eigenlijk gewoon stil zitten en geschoren worden). “Wat stond er nou op je kaartje?” vraagt hij. “Spontaan? Was het spontaan?” Hij giert het uit. “Caro, al had je het gespeld! Niemand, niemand had dat geraden!” knipoogt hij. Iedereen lacht nóg harder.

Hij is aan de beurt. Zijn broer zit in het andere team en mag natuurlijk niet winnen. De zandloper gaat om. Ik kan schuin het eerste woord op zijn kaartje lezen: kinderen. Fanatiek gaat hij staan: “Van wat heb ik er twee?!”, vraagt hij.

“Onderkinnen!” raden zijn teamleden in koor.

Gíeren. Onder het mom: je had er bij moeten zijn. De Duitse taal heeft daar zo’n mooie uitdrukking voor:

Schadefreude ist die schönsten Freude.

Caroline Spaans, redacteur

Uit de krant