Afbeelding
Foto: pr.

Lezing over archeologisch onderzoek bij sportcomplex De Zilk

Algemeen

historie •  Vanwege de herinrichting van het sportcomplex aan de Sportlaan in De Zilk, waarbij ook een deel van het oude duingebied naast de N206 was betrokken, zijn door RAAP Archeologisch Adviesbureau tijdens het proefsleuvenonderzoek in 2012 archeologische resten gevonden uit de Late Bronstijd tot en met de Late IJzertijd (50 voor Christus) die duiden op bewoning uit die tijd. Dat resulteerde in een drie maanden durend vervolgonderzoek. Op zondagmiddag 7 april om 14.00 uur komt drs. Iris Briels, projectleider en archeoloog van de firma RAAP naar De Duinpan in De Zilk om te vertellen over de vondsten en conclusies gedaan tijdens dit onderzoek. Zij zal ook enkele vondsten meenemen en tonen aan het publiek.

De locatie was een strandwal, waarop de mensen hoog en droog konden wonen, De zandgronden zorgden tevens voor een ideale ondergrond voor landbouw en veeteelt. Dankzij de landbouw en veeteelt was de bewoner van deze streek 'zeker' van een betrouwbare voedselbron en men kon tevens een voedselvoorraad opbouwen.

Bot en vuurstenen

Op deze locatie heeft RAAP aardewerkscherven, botmateriaal, verbrand bot, natuurstenen, vuurstenen en houtskool aangetroffen. Dat er bewoning en landbouwgebruik heeft plaatsgevonden, leiden de archeologen af aan de gevonden paalkuilen, een haardkuil, afvalkuilen, greppels de vele waterkuilen en aan de eergetouw-krassen. De gevonden ploegsporen duiden op landbouwgebruik. Kennelijk werden de duinen gebruikt om akkers aan te leggen.

De eergetouwkrassen zijn sporen van een eergetouw: een soort ploeg die kenmerkend is voor de Brons- en IJzertijd. Stukje bij beetje is de oude duinrug blootgelegd en zijn alle sporen en resten gefotografeerd en ingemeten. Al het vondstmateriaal is verzameld en is na de opgravingen verder onderzocht. Het definitieve eindrapport is inmiddels uitgebracht.

Archeologie

In de archeologie gaat het om de materiële overblijfselen van vroegere menselijke activiteiten en het verhaal daarachter. Soms zijn die overblijfselen met het blote oog te zien, zoals grafheuvels en hunebedden. Meestal liggen ze echter in de grond verborgen. Denk aan de fundamenten van een Romeinse villa en afval uit een middeleeuwse beerput. We noemen die resten het 'bodemarchief', de bron van kennis over de geschiedenis van het landschap en menselijke activiteiten in het verleden. Voor verreweg het grootste deel van onze geschiedenis zijn die relicten (overblijfselen uit een bepaalde tijd) de enige informatiebron. In principe liggen archeologische resten het beste bewaard onder het maaiveld, in hun oorspronkelijke context. Opgraven is een noodoplossing, want eenmaal opgegraven is de vindplaats vernietigd.

Voor de inwoners van De Zilk en ook bewoners van de Bollenstreek is het interessant te weten hoe onze verre voorvaderen leefden, woonden en werkten in het toenmalige, nog niet afgegraven, duingebied.

Deze lezing wordt georganiseerd in samenwerking met RAAP Archeologisch Adviesbureau en de gemeente Noordwijk(erhout).

Uit de krant