Afbeelding

Buurvrouw Bep

Column

Vorige week interviewde ik een van onze wethouders over het mantelzorgcompliment. Het resultaat staat volgende week in deze krant. Mantelzorg. Tot op een jaar of vier geleden gebruikte niemand dit woord. Kende het zelfs niet eens. Inmiddels is het aardig ingeburgerd in onze samenleving. Maar waar stopt 'gewoon zorgen voor' en begint mantelzorg?

Daarover zijn afspraken gemaakt en regels opgesteld. Zo'n mantelzorgcompliment krijg je ook niet zomaar. Wanneer het een zorgsituatie tussen partners betreft, vind ik het eigenlijk niet meer dan normaal dat je er voor elkaar bent: '... in goede en slechte tijden, bij voorspoed en tegenslag, bij gezondheid en in ziekte'.... tot het bittere einde. Ja toch? Voor je kind zorg je ook, dat lijkt me duidelijk.

Maar mijn moeder zei altijd: 'Wij hebben gekozen voor kinderen. We hebben ze mogen krijgen en zijn verantwoordelijk. We mogen niet verwachten dat jullie óns verzorgen als dat nodig is.' Mijn vader is inmiddels overleden en mijn moeder heeft de afgelopen tijd een mantelzorgelijk medisch dossier opgebouwd waar je u tegen zegt. Ze woont al jaren in een seniorenwoning. Haar buurvrouw (Bep) deed voorheen af en toe een boodschap en haalt de krant uit de brievenbus. 'Ze kletst de oren van je hoofd, gék word ik er van', zei mijn moeder altijd over haar. Ze was altijd blij wanneer ze weer vertrok. Omdat mijn moeder steeds meer kwalen krijgt, viel het woord verpleeghuis onlangs. Maar daarvoor voelt ze zich veel te jong. ('Ik peins er niet over om tussen al die ouwe mensen te gaan zitten!' Zelf is ze bijna 83 lentes.) Die grijze massa doet het godzijdank nog prima, maar de rest van haar lijf is het zat. Omdat ze een uurtje rijden hiervandaan woont, ga je ook niet even langs voor een bakkie om te kijken hoe het is. Mijn broer en ik hebben dus de nodige instanties ingeschakeld om haar, zo goed en zo kwaad als het kan, thuis te laten verzorgen.

Maar Thuiszorg kampt met ontslagen en bezuinigingen (2 verpleegkundigen op 110 huishoudens in het complex waar mijn moeder woont!) dus het is dweilen met de kraan open. En veel autoritjes. Totdat een aantal maanden geleden buurvrouw Bep aanbelde. Of ze kon helpen. Of het niet teveel was voor ons. 'Zal ik even strijken? Of een wasje draaien?' vroeg ze. Ze was jaren mantelzorger voor haar zus geweest, vertelde ze. Maar die was overleden. Ze zou zo graag voor mijn moeder haar handen uit de mouwen steken. En dat doet ze nu al maanden. 'Het is nog steeds een spraakwaterval,' zei m'n moeder pas. 'Maar wat zou ik zonder haar moeten? Ze doet zoveel. Belangeloos en onvoorwaardelijk!'

Meer dan mantelzorgcompliment-waardig zou ik zeggen.

Caroline Spaans, redacteur

Noordwijkerhouts Weekblad

Uit de krant