Archeologe Iris Briels bij de vitrinekast met enkele vondsten van de archeologische opgraving op het Van Nispen-terrein. | Foto: Piet de Boer
Archeologe Iris Briels bij de vitrinekast met enkele vondsten van de archeologische opgraving op het Van Nispen-terrein. | Foto: Piet de Boer

Brons- en IJzertijd in ondergrond Van Nispen

Algemeen

archeologie • In 2013 werd de aanleg van het nieuwe Van Nispen terrein tijdelijk stopgezet vanwege archeologisch onderzoek. Voordat het nieuwe A-veld met gras en het B-veld met kunstgras en kurk werden aangelegd, staken archeologen de spaden in de grond.

Dit is noodzakelijk sinds het akkoord van Malta. Als de grond verstoord wordt en de archeologische resten verloren dreigen te gaan, moet er eerst onderzoek plaatsvinden.

Een van de verbazingwekkende kenmerken was dat deze plek voor het grootste deel niet verstoord was. De diverse historische perioden lagen netjes boven op elkaar, steeds gescheiden door lagen zand en veen. Dat vergemakkelijkte de datering en levert goed vergelijkingsmateriaal voor toekomstige opgravingen. Nee er zijn geen waardevolle schatten gevonden, geen goud en ook nauwelijks metalen voorwerpen. Het gaat met name om bewoningssporen.

Een plek van ongeveer een hectare groot werd laag voor laag verwijderd vertelde RAAP-onderzoekster Iris Briels. Het gehele oppervlakte werd vier keer afgeschraapt. De opgravingsplek bevindt zich op een oude strandwal. Een hoger en droger gelegen stuk grond. Geschikt om te leven en wonen. Op de flanken van deze strandwal werd 'geakkerd'. Het gebied waar nu het hoofdveld ligt was begroeid met gras, struiken, maar verder kaal. Geen bomen op de strandwal.


Bewoningssporen

De vroegste en diepst liggende sporen van bewoning dateren uit de periode rond 1500 voor Christus (midden Bronstijd). Het is niet veel dat de archeologen aantroffen. Een paar strepen van een ploeg (eergetouw), die gebruikt werd om handmatig krassen en gleufjes in de grond te trekken. Door het volstuiven met licht gekleurd duinzand zijn deze eergetouwsporen nog steeds zichtbaar.

Waarschijnlijk aten de bewoners toen iets van gerst en de bessen van duindoorns. Het gebiedje werd na een onbekend aantal jaren verlaten. Tussen 1240 en 1000 voor Christus echter kwamen er opnieuw bewoners op de strandwal wonen en werken. Uit deze periode zijn sporen van palen en waterkuilen gevonden. Misschien ook palen van huizen, maar zeker is dat allerminst. Uit paalpatronen van andere sites bleek dat dit onwaarschijnlijk is.


Veenvorming

Het klimaat werd in die tijd steeds natter. Er werd veen gevormd en daarmee stopte de akkerbouw. De bewoners zijn toen opnieuw uit het zicht verdwenen. Hebben ze een hogere locatie opgezocht of zijn ze simpelweg vertrokken? Het blijft tot nu toe een raadsel voor Iris en haar archeologen. In de late Bronstijd en vroege IJzertijd komen opnieuw sporen van bewoning boven de grond. Twee boerderijen en een 'spieker' (opslaghok op palen).

Het is voor niet-deskundigen lastig een beeld te vormen van de bouwsels. Er zijn zwarte cirkels getekend op wit papier. Dat zijn de paalresten in de grond. De vorm van de daken is bijvoorbeeld onbekend. Dat materiaal vergaat, verbrand of verwaaid. Er blijft niets over. Dikke palen diep in de grond verteren wel, maar blijven zichtbaar als donkere cirkels. Maar meer ook niet. Archeologen zijn daarom voorzichtig met conclusies. Vaak weten ze ook gewoon niet wat de patronen met dunne, dikke en massieve paalresten betekenen. Een huis, een hok of een afrastering van een akker?

Puzzelen

Iris puzzelde voortdurend tijdens de opgravingen. Lopend over de site trok zij, kijkend naar de patronen, de gebouwtjes bij wijze van spreken uit de grond. Archeologie in de Zilk is een puzzel oplossen met een paar vondsten en sporen van houten palen. Dat frustreert soms. ''Ik heb er ook weleens slapeloze nachten van gehad'', bekent ze.

Uit deze periode van de IJzertijd vond ze veel aardewerk, maar ook een slijpsteen, een maalsteen en een bronzen beiteltje. Er werd geleefd in De Zilk, zou je kunnen zeggen. Het perceel wordt dan toch weer verlaten. Uit de midden en late IJzertijd duikt dan een groot greppelsysteem op. Greppels bakenden akkertjes af. Boerderijen uit deze periode zijn echter niet gevonden. Waarschijnlijk heeft het graven van een kuil voor het opruimen van asfalt van de N206 alle boerderijsporen verwoest. Misschien had dat toch een aantal 'schatten' opgeleverd, we zullen het nooit weten. Het onderzoeksrapport wordt op termijn openbaar. De vondsten worden opgeborgen in een depot.

Uit de krant