Archeologe Minja Hemminga bij de enige grafkist die de eeuwen in de 'verwoestende' zandgrond heeft getrotseerd. | Foto: Piet de Boer
Archeologe Minja Hemminga bij de enige grafkist die de eeuwen in de 'verwoestende' zandgrond heeft getrotseerd. | Foto: Piet de Boer Foto: piet de boer

Kleine honderd graven bij Witte Kerk

Historie

Maandag 9 april was de laatste dag dat archeologen zochten naar overblijfselen van bewoners uit Noordwijkerhout en omgeving. Senior archeologe Minja Hemminga (43) coördineerde de opgravingen op het kerkhof dat sinds 2007 een terrein met zeer hoge archeologische waarde is. Hoe is het onderzoek verlopen en wat zijn de voorlopige resultaten?

Door Piet de Boer

Er zijn een kleine honderd graven ontdekt, schrijft Hemminga, verbonden aan onderzoeksbedrijf Archol uit Leiden. "Dat is inclusief de vondsten in 'de boomkuilen. Binnen dit aantal zijn alle waarnemingen opgeteld. Dus niet alleen (delen van) skeletten, maar ook contouren van kisten of kuilen en begravingen die niet verder verstoord worden. Pas bij de uitwerking zal het precieze aantal duidelijk worden."

Maar er zijn geen 'schatten' gevonden als gouden ringen, munten of zelfs maar spijkers. Laat staan kwetsbare vergankelijke materialen als kleding, schoenen en grafmarkeringen van hout.

Heeft dit dan wel zin? 'Laat die mensen toch liggen', zeiden sommige omstanders. Volgens de archeologe is dat niet mogelijk, omdat de nieuwe fundering van het muurtje een stuk dieper komt te liggen dan van de oude muur. "Je zou dan dwars door de menselijke resten een gleuf moeten graven. Daarom worden de resten respectvol verzameld, afgevoerd en onderzocht. En wat niet verwoest gaat worden door de nieuwe muur, blijft liggen en wordt afgedekt met 'verklikkers'. Houten balken met worteldoek." Als later diepere lagen onderzocht worden, zijn dit markeringen voor de archeologen.

Complete kist uitzondering

Vanaf 26 maart zijn in acht werkdagen alle vondsten in kaart gebracht en geruimd. De verschillen zijn groot. Eén graf was niet meer dan een verkleuring in het lichte zand. De zandgrond rond de kerk blijkt op sommige plaatsen de menselijke resten slecht te conserveren. Maar op een andere plek komt een complete kist met een volledig skelet uit de grond. Hoe oud zijn de resten? Dat is nu nog moeilijk te zeggen. De botresten van diverse perioden liggen vaak door elkaar. Hier en daar ontbreken bij voorbeeld botten van benen of een schedel. De datering is dan moeilijk vast te stellen. Volgens Hemminga en haar collega fysisch antropologe Babara Veselka dateert het meeste materiaal waarschijnlijk uit de zeventiende en achttiende eeuw. De negentiende-eeuwse graven zijn eerder al geruimd.

Datering door oude troep

Wat moet je met die oude troep, vragen nieuwsgierigen. De 'oude troep' leverde bij de opgravingen in 2005 veel metalen voorwerpen op. Van spijkers en een gesp tot een verzameling munten. Er zijn toen ook resten uit de dertiende eeuw van (kerk)gebouwen aangetroffen en een paar gouden ringen aan een hand. Het zegt iets over de sociale status van de bewoners en het leven van de mensen uit die tijd.

Bij de huidige opgraving is vooral botmateriaal aangetroffen. Geen spijkers, of sieraden, geen munten en geen hout. Uitzondering is de grafkist met een goed geconserveerd, 'knoerthard skelet'. Wie het is blijft onbekend is nu al de conclusie. Maandag begint Hemminga met het schrijven van het verslag. Als dat klaar is, heeft Noordwijkerhout al lang een nieuwe muurtje met een betonnen fundering. Dan zit Noordwijkerhout straks in de zomerzon op een bankje dat rust op de resten van een ver verleden.

Uit de krant