Afbeelding
Foto: caroline spaans

Stront

Column Bollenpraat

Alle bollenkwekers kennen het gezegde “mest is geen heiligheid, toch doet het wonderen waar het leit”. De Vereniging Zeilvracht doet onderzoek naar het ontstaan van de Strontrace Workum-Warmond, die dit jaar al voor de vijftigste keer gehouden wordt. Door de Leidse filmclub wordt er nu een documentaire gemaakt die de oorsprong laat zien van waar die stront vandaan kwam. In Lisse werd daarom een bijeenkomst gehouden van alle betrokkenen.

Handelaren kochten bij boeren in Friesland de mest en transporteerden die naar de Bollenstreek, waar op de zandgronden altijd grote vraag was naar kwalitatief goede mest, vooral voor de hyacintenteelt. Gewogen of gemeten werd de mest bij aankoop niet; een koe geeft 6 kuub per winterseizoen en het ging alleen over de kuubsprijs. Dan begon het leveringstraject naar de Bollenstreek, natuurlijk over het IJsselmeer. De boer kruide een praam vol, ongeveer 10 kuub, boomde door de smalle Friese slootjes naar een tjalk. Die werd, twee meter hoog, volgespit en voer naar dieper water. Daar weer overgespit in een veel grotere aak of klipper. Vanuit Heeg of Workum begon dan de tocht naar Hillegom. Daar had Arie Otte de eerste kraan om de vletten voor de bollenkwekers te vullen. De kwekers moesten vervolgens die mest weer in een kruiwagen, staande op een richter, spitten en over het land uitrijden. Ruim één kruiwagen per roe! Mevrouw Heemskerk-Geerlings (86) deed verslag van het leven aan boord. Toilet? Zittend over de reling. Kinderen waren vroeger lang aan boord. Schipperschool? Te duur. De baby lag in een soort lade in de wand (ondergeschoven!). Het verhaal gaat onder de schippers dat na een nachtelijke en winderige toiletgang er s’morgens weleens eentje “gemist” werd. Uit Friesland waren de nazaten van de mesthandel naar Lisse gekomen en uit Noordwijkerhout de schippers. Die kenden de schuiten van lang terug nog allemaal bij naam en vooral hun tonnage. Hadden die Friese boeren dan zelf die mest niet nodig voor hun grasland? De guldens konden ze, ook toen, goed gebruiken. Hoe het ook zij, de bollenkwekers hadden en hebben de mest, ook nu nog, hard nodig, om met u, ieder jaar weer, het wonder van het voorjaar te kunnen beleven!

Aad van Ruiten

Uit de krant