Afbeelding

Besmet

Column

Ik ben het aan mijn stand verplicht om toch nog iets over de carnaval te schrijven. Hoewel de pruiken weer in de kast liggen en de kielen weer in de wasmand wanneer u deze column leest: het schudt nog even na in Kokkerhout, na vier dagen 11 punt 11 op de schaal van Rigter. Want wat maken ze er hier een feest van, jaar in jaar uit!

Toen ik hier kwam wonen, 22 jaar geleden, en de donderdag vóór carnaval bij Slagerij Klein de winkel uitstapte, wenste Gerard me: 'Prettige Carnaval'. Net zoals je elkaar prettige kerst-, paas- of pinksterdagen wenst. Ik vond dat heel raar. Net zoals ik het heel raar vond, toen ik de zaterdag daarna voor een gesloten deur stond. En niet alleen bij hem. Alle winkels waren dicht. Reden: carnaval. Het hele dorp vierde feest. Daar sta je dan met je goeie gedrag. Die feestneus van mij lag al jaren in de la en hatjsikidee de polonaise lopen met een slok teveel achter m'n kiezen. Ach. Das war einmahl.

Ik ben wel opgegroeid met carnaval. Mijn ouders hadden een slagerij, maar in hun vrije uren speelde mijn vader piano en keyboards in een feestband en was mijn moeder tijdens de carnaval extra druk in een boerenkapel, waarin ze tuba speelde.

Bovendien lag de slagerij - die overigens gewoon open was tijdens carnaval - op de route van de carnavalsoptocht. Mijn vader maakte altijd een ketting van kleine rookworstjes, die de hij dan om mocht hangen bij Prins Carnaval, die met zijn praalwagen ter hoogte van de winkel even stopte. Als kind was ik dan apetrots. Mijn vader! Waarvoor Prins Carnaval stopte! Hij stond er zelfs mee in de lokale krant ooit. Hoe mooi is dat.

Helemaal toen diezelfde Prins Carnaval, later tijdens een groot feest waarop mijn vader speelde met zijn band, hem benoemde tot de beste worstmaker aller tijden en hij, door hém, iets omgehangen kreeg in de vorm van een medaille.

Mijn vader was verkleed als Gilbert O'Sullivan. Voor hen die hem niet kennen: google maar eens een afbeelding uit de jaren '70: petje, bretels, wollen broek. Legendarisch nostalgisch. Nothing rhymed. Alone again. Claire.

Maar op een of andere manier ben ik de carnavalsgekte een beetje kwijt geraakt. Ik kreeg verkering met vriendjes die nooit waren besmet en vriendinnen die ik ook niet mee kreeg in het zottengedruis. Het beetje carnavalsgevoel dat ik in de jaren voordat ik naar Noordwijkerhout verhuisde nog meekreeg, was après, in de Oostenrijkse sneeuw.

Dat veranderde toen ik voor de krant ging werken. Als correspondent mocht ik volop aan de bak tijdens de carnaval. Als redacteur blijft daar nu minder tijd voor over, maar ik blijf nog steeds de foto's maken van de optocht voor de fotopagina.

En wanneer al die zottigheid voorbij komt, kriebelt het carnavalsbloed weer. Er is geen vaccin voor dit virus!

Caroline Spaans, redacteur

Uit de krant