Afbeelding

Heimwee

Column

Pasgeleden was ik een paar dagen in Portugal: mijn oude buurmeisje verhuisde hier een jaar of 40 geleden naartoe. Ons contact is altijd gebleven. Zo'n vriendschap die alles doorstaat. Je kunt elkaar maanden niet zien, weken niet horen en je pakt de draad in één keer op zodra je elkaar spreekt. Ze woont even ten westen van de hoofdstad Lissabon: een prachtig gedeelte van dit evenzo prachtige land.

Naast dat ze een oogverblindende verschijning is, kan je enorm met haar lachen en is ze heel slim. Dat slimme van haar, gaat - en dat maakt het heel grappig - soms even naar de achtergrond, als ze weer Nederlands spreekt. Dat doet ze accentloos, maar haar vocabulaire in haar moedertaal lijkt na 40 jaar Portugal, soms op die van een 10-jarig meisje. Woorden die wij allang niet meer gebruiken: op je 'bips' zitten, 'kliekjes' eten, Lulletje rozenwater. 'Onwijs gááf!', zegt ze tegen mijn meegereisde dochters, die tijdens het winkelen ter goedkeuring een paar sneakers omhoog houden. Mijn meiden hebben het niet meer. 'Ik ga stuk!' roepen ze in koor. 'Stúk??' vraagt mijn vriendin verbaasd.

Eind jaren '70, toen wij buurmeisjes waren, waren stoepranden, touwtje springen, skippyballen en 'binnenkomen-als-de-lantarenpalen-aangaan' gemeengoed. We keken naar Stuif-es-in, Peppie en Kokkie, Q en Q. Ook als er niemand jarig was, vierden onze ouders een feestje met met veel roken en drinken. Er stonden glaasjes met sigaretten op tafel, Caballero zonder, Belinda mét. Onze moeders maakte huzarensalade met als garnering asperges uit blik, opgerolde ham, gevulde eieren en blokjes kaas met een zilveruitje of een augurk op een prikkertje.

Er zijn zoveel woorden die ze niet kent: plofkip, voordeurdeler, hokken (in plaats van samenwonen), gedogen, sjoemelen, zzp'er, APK keuring. Om er maar een paar te noemen. Namen als Pim Fortuyn, Theo van Gogh, Els Borst en Hans van Mierlo, zeggen haar nauwelijks iets.

Dodenherdenking en Bevrijdingsdag herinnert ze zich nog heel goed. Onze vaders (beiden lang geleden overleden) hadden een pesthekel aan 'die rotmoffen'. Aan de gevel van onze huizen hing op 4 mei de nationale driekleur halfstok, om op 5 mei mét wimpel in top te worden gehesen. Gedurende deze tijd van het jaar ('En 30 april op Koninginnedag ook hoor Caro', zegt ze. Ik corrigeer haar niet.) heeft ze heimwee. Dan mist ze de Bollenstreek met haar uitgestrekte geur- en kleurexplosie, het frisse groen van de lente. Het oranje van het Koningshuis.

Op 4 mei zijn we in haar huis, en om 20.00 uur twee minuten stil. Buiten horen we alleen het krijsen van een overvliegende meeuw en de branding van de Atlantische Oceaan.

Caroline Spaans,

Redacteur

Noordwijkerhouts Weekblad

Uit de krant