Afbeelding
Foto: PR

Bestuurscultuur

Column

De Noordwijkse politiek spiegelt zich graag aan het gedrag van ‘de collega’s in Den Haag’. Dus werd het camera-beleid tijdens de raadsvergaderingen belangrijk gemaakt. De raad toespreken kon niet meer simpelweg vanaf de zitplaats. Nee, want dat doen ze in den Haag ook niet. De gemeenteraad toespreken doe je vanachter een speciale lessenaar met op de achtergrond een overdreven groot scherm waarop de spreker, compleet met naam, titels en de politieke partij, ook nog eens te zien zijn.

En dat, voor een raadzaal overdreven grote beeld, moet perfect zijn want het dient via de livestream in de Noordwijkse huiskamers terecht komen. 

Bovendien worden deze beelden in archief opgeslagen zodat de sprekers bij thuiskomst zijn optreden nog eens kritisch kan beschouwen of in de dagen er na, gezellig compleet met borrelnootjes en een drankje, met familie vrienden of kennissen op de bank, kan nagenieten. 

En in dit kader zijn er bovendien zogenaamde interruptiemicrofoons met bijbehorende katheders gekomen. We weten inmiddels de gevolgen van dit ‘den Haagje spelen’. Heel veel onnodig tijdverlies door heen en weer geloop. Gestuntel met en het vergeten van de met de van een chip voorziene speciale kaartjes die gegevens uit moeten wisselen met de met groene en rode lichtjes beveiligde microfoon en natuurlijk de genoemde livestream. ‘Doet hij het? Nou, wat doe ik toch verkeerd? O, ja nu doet hij het!’, is de meest gebruikte tekst voorafgaande aan zo’n befaamde interruptie.

Inmiddels kennen we ook de wat schuwe raadsleden die zeer onwennig zijn met interrupties omdat zij de persoonlijke aandacht minder belangrijk vinden dan de aandacht voor het onderwerp. Maar ook de wat teveel de publiciteit zoekende politici, die nadrukkelijk de microfoon en de camera’s benutten om zichzelf maximaal door de camera’s te laten vastleggen. 

Al in de eerste de beste vergadering van de nieuwe raad zagen we hiervan zo’n voorbeeld toen een raadslid de lange tocht naar het katheder en weer terug naar zijn raadszetel op de tweede rij maakte, om aan zijn collega’s in de raad en aan de voorzitter te laten weten dat hij voor de motie was, die hij notabene zelf had ingediend. Al deze onzin zou passen in de nieuwe bestuurs- en vergadercultuur. Dank je de koekoek.

Ik ben van de cultuur van passioneel en rationeel en met een microfoon binnen handbereik. Dus van korte interrupties op basis van spontane reactie. Al of niet toegestaan door een voorzitter ‘die de wedstrijd aanvoelt’. Dat bespaart in de praktijk zeeën van tijd. En oh ja, uitgebreid discussiëren met wethouders doe je in commissievergaderingen. Raadsvergaderingen zijn bedoelt voor openbare politiek discussie tussen de diverse partijen onderling. Daaraan meer aandacht besteden in plaats van aan ‘den Haagje spelen’, moet basis zijn van een Noordwijkse bestuurscultuur. Dat spaart tijd en geld en bevordert de zo gewenste publieke aandacht en interesse in de lokale politiek. 

Uit de krant