Afbeelding
Foto: thv

Ik vertrek

Algemeen Bollenpraat

Nu, in de Kerst- en nieuwjaarstijd, stromen de kaartjes met de goede wensen gestaag binnen. Zo zijn er altijd een aantal bij van kennissen en vrienden die “ik vertrek” daadwerkelijk aangedurfd hebben. In de loop der jaren heb ik er een paar bezocht, wil er wat over vertellen.

De vader van een klasgenoot, John Nell, vertrok al vóór de oorlog naar Engeland. Op zoek naar expansie voor zijn bollenteelt en -handel. In die tijd was de bollenhandel naar Groot- Brittannië strikt gereguleerd en telen in het land zelf was dus lucratief. John kwam naar Holland om op de tuinbouwschool het vak te leren en heeft dat daar in praktijk gebracht. John is helaas overleden, de zaak bestaat nog.

Jan Warmerdam werd door zijn vader uit Zweden gehaald om in Schotland een daar gekochte boerderij te runnen. De grond was in de ogen van bollenmensen spotgoedkoop en ruim voorradig. Alleen het bollen telen ging niet van een leien dakje, venige bodem en natte zomers maakten het onmogelijk. Via koeienboer is Jan schapenboer geworden en is dat nu nog, zij het, als pensionado, een paar tandjes lager!

Louis Willemse, onze buurjongen, vertrok al heel jong naar Californië. Zijn broer was al weg en hij was niet te houden. Ging er bloemen telen en produceerde later rioolstoppen. Is al lang geleden verongelukt. Op bezoek bij zijn broer Jos, stonden de amaryllissen in de tuin prachtig in bloei. Hij is ze gaan telen tussen de amandelbomen. Later heb ik hem geleerd hoe hij het plantgoed in een zelf-gemaakte ketel moest “koken”.

Kees van Dam ging als 18-jarige naar Nieuw-Zeeland, was lasser bij Akerboom. Ook zijn broer was er al en hij ging stalen meubelen produceren, op grote schaal. Fabrieken zijn verkocht en hij reist nu, als man in bonus, het land door.

Jacques van Eeden vertrok vlak na de oorlog. Een jaartje Argentinië leverde niet op wat verwacht werd, dus door naar Nieuw-Zeeland, het zuiden van het Zuidereiland. Zijn 4 zoons hebben er nu een bloeiend bollenbedrijf. Vooral ook dankzij de lijntjes met andere Hollanders.

Voor ons heeft “ik vertrek” nooit gegolden: familie, vrienden, het klaverjassen, de bollen en het zien van de Witte Kerk zijn er debet aan!

Aad van Ruiten

Uit de krant