Afbeelding
Foto: thv

Thalia

Algemeen Bollenpraat

Het huidige sortiment narcissen lijkt in de verste verte niet op dat van voor de oorlog. Ook toen werd er al gezocht naar de volmaakte gele trompetnarcis. De meesten toen , hadden nogal wat mankementen. Zoals niet groeien, slappe stelen of slap blad, maar vooral gevoelig voor bolrot. Mijn vader vertelde over de Viccen (Victoria) en de Spurren (Golden Spur). Eind dertiger jaren kwam daar verandering in. Golden Harvest kwam op de markt. Met recht een Osterglocke die de Duitsers zo graag met Pasen kochten. Later volgden andere gele trompetten als Rembrandt, Unsurpassable, Dutch Master en King Alfred. Ze zijn verdreven door de weliswaar kleinere, maar veel bloemrijkere Carlton. Dit ter inleiding. Mijn vader werd rond 1960 door een bevriend exporteur benaderd om narcis Thalia te gaan telen. In eerste instantie leek het hem niets: hij was gewend om “grote brokken” van bollen te telen. Toch het advies van zijn vriend maar opgevolgd en later ben ik er zelf mee doorgegaan. Thalia, wat “bloeiende feestvreugde” betekent, is vernoemd naar één van de negen muzen uit de Griekse mythologie. Doet zijn naam zeker eer aan. Een witte trosnarcis die bovendien lekker ruikt. Is al in 1916 geïntroduceerd en heeft een vaste plek in alle orders die bij de exporteurs geplaatst worden. In de zeventiger jaren deed het parteren van narcissen opgang. Je snijdt de bol verticaal in kleine partjes, ontsmet ze goed en plant die kleine stukjes dan. Er groeien bolletjes uit. Factor 10 uit 1. Ook daar is Thalia heel geschikt voor. Kleinere bolletjes geven al een bloem. Waarom deze ode voor narcis Thalia? Hij blijkt bijzonder geschikt te zijn voor verwildering. Komt ieder jaar weet terug. Noordwijk heeft in alle perken Thalia’s staan. Tot aan de tuin van de Witte Kerk toe. Bravo! Doordat het zo’n laatbloeier is, geeft hij eigenlijk al het einde van het bloeiseizoen aan, maar dat terzijde.

Uit de krant