Fragment uit een kaart uit 1850-1851 van de Vrije en Lage Boekhorst. | Foto: Nationaal Archief
Fragment uit een kaart uit 1850-1851 van de Vrije en Lage Boekhorst. | Foto: Nationaal Archief

Boekhorst en Noordwijkerhout

Column sporen van vroeger

Algemeen bekend is dat Noordwijkerhout in het verre verleden een kasteel had, Huize te Boekhorst. Op diverse manieren vind je de naam terug: een straat, verenigingen, een sportpark.

Minder bekend is dat er twee Boekhorsten zijn (geweest): De Hoge Boekhorst met Huize te Boekhorst en de Lage en Vrije Boekhorst, een stukje polder bij Oud Ade. Beide Boekhorsten zijn verbonden geweest aan Noordwijkerhout. Zelfs hebben ze samen een tijdje één gemeente gevormd. Hoe zat dat in elkaar?

In het huidige Nederland is de gemeente de kleinste bestuurseenheid. Vroeger was dat anders.

Het oude systeem komt voort uit de middeleeuwen. Hier heeft de vorst het hoogste gezag en hij laat het bestuur van kleinere gebieden over aan mensen die hem steunen. Deze worden leenmannen genoemd. Deze personen krijgen daarbij bepaalde rechten, die inkomsten opleveren, zoals vergunningen voor visserij, jacht, belasting, etc. Ook kunnen zij mensen aannemen die voor hen het bestuur vormen, bv. schout en schepenen.

Het gebied waarover bestuurd wordt, wordt "heerlijkheid" genoemd. Dit heeft niets te maken met dat het bestuur evt. heerlijk of verrukkelijk was, maar meer met het begrip "beheer". Zo bestaat er een ambachtsheerlijkheid van Noordwijkerhout, maar ook een heerlijkheid van de Boekhorst, het gebied van de heer van Noordwijkerhout, wonend in Huis te Boekhorst. Aanvankelijk zijn leenmannen van adellijk geslacht, maar later kunnen ook rijke, niet adellijke personen de (rechten van) heerlijkheden kopen. Dit is het geval bij Jan Six voor Hillegom, en aan Nicolaas Cornelis, de Stoppelaar voor Noordwijkerhout. Hij heeft verschillende stukken grond en huizen in Noordwijkerhout in bezit. Hij koopt in 1772 de Hoge Boekhorst en Vrije en Lage Boekhorst van de prinses van Rubempré. Deze is aan verkoop toe vanwege schulden in de familie. Het kasteel zelf ia al vervallen.

De financiële afhandeling van deze aankoop heeft veel voeten in de aarde en processen aan de broek van De Stoppelaar. Hij financiert een en ander met leningen bij familie en kennissen, maar komt zijn verplichtingen niet steeds na. Na een proces in het Hof van Holland gaan de eigendommen terug naar de oorspronkelijke eigenaar, die deze vervolgens wederom in de verkoop doet. Een van de kopers is Nicolaar Hartingh. Hij wordt in 1788 de nieuwe heer van de Hoge en Vrije en Lage Boekhorst. Tijdens de Bataafse Republiek en de Franse tijd, wordt het lokale bestuur grondig gewijzigd. Heerlijkheden als bestuurseenheden worden afgeschaft en gereorganiseerd tot gemeenten. In eerste instantie vormen Noordwijkerhout (de Hoge Boekhorst) en de Lage en Vrije Boekhorst één gemeente. Dus een voortzetting onder een andere paraplu. Het betekent bijvoorbeeld dat aangiftes van de Burgerlijke Stand vanuit de Lage Boekhorst in Noordwijkerhout gedaan worden. Het meest handige vervoer is dan met de boot. Niet zo praktisch. Bij de reorganisatie van gemeenten in 1817 wordt de Vrije en Lage Boekhorst afgesplitst van Noordwijkerhout en een zelfstandige gemeente. Om later in 1855 op te gaan in de gemeente Alkemade; nu een deel van Kaag en Braasem.

Uit de krant