Afbeelding

Held op sokken

Column

Sinds kort ben ik wees. En dat is best een raar en leeg gevoel. Mijn moeder overleed als laatste. Elke dag heb ik de neiging haar op te bellen. Wanneer ik met vakantie ben helemaal. Ik wil haar zeggen dat het goed gaat en wat ik beleef. Maar ik praat al een half jaar tegen haar voicemail. Ze woonde weliswaar niet vlakbij, maar ik ging vaak naar ze toe. Ook toen mijn vader nog leefde.

In de jaren '80 – '90 was ik in het weekend helemaal graag bij ze. Niet in de laatste plaats omdat mijn ouders een zomerhuis hadden in Noordwijk aan Zee. Ze werkten zich drie keer in de rondte in hun slagerij in Dordrecht en wanneer op zaterdagmiddag de winkel schoon was, reden ze steevast richting kust. Ze huurden (toen kon dat nog) een van de appartementen in het Heemborgh-complex. Hordes 'vrienden' hadden ze ineens.

Al was je jarig in november: verjaardagen werden verschoven naar een zonnige zomerdag. Niemand zei af en iedereen bleef mee-eten (en liefst slapen). Ook zonder aanleiding kwam er visite over de vloer. Of kondigde zich schaamteloos aan over de rand van het windscherm op het strand.Mijn vader, na een drukke week in de slagerij, had zichzelf dan net met een dikke zaterdagkrant pontificaal laten zakken in een strandstoel. Zwembroek aan, te moe om z'n sokken uit te trekken.

Hij schrok zich altijd de tandjes van zo'n onaangekondigd bezoek, want meer dan eens viel hij zodra hij zat in no-time in slaap. 'Heee slagertje, heb je worst meegenomen? En staat het bier koud?' werd er geroepen, terwijl ze zweterig in het zand naast 'm neerplofte. Soms had het gezelschap ook nog kleine kinderen bij zich. Weg weekendrust. Mijn moeder heeft wat staan tieren op iedereen die maar in en uit liep met z'n Noordzee-zandvoeten! Huisje de zoute inval, was het, dat heerlijke appartement aan de Parallel Boulevard. Maar stiekem vonden ze het best gezellig. Met name mijn vader. Ik zie 'm nog staan op Koninginnedag, ergens halverwege de jaren '80. In mijn herinnering was het op 30 april altijd strandweer. Mijn vader die z'n witte sokken nog aan had. Met oranjebitter in de hand, waar tussen wijs- en middelvinger een Caballero stak. Proostend op de Majesteit op het terras van Van Rooyen. Het hele terras vol en hij maar rondjes geven. En 's avonds naar De Herberg van Van Rheenen, waar een asbak, een pakje sigaretten en een fles Ketel 1 klaar stonden op de piano: zijn beloning als hij weer eens de sterren van de Noordwijkse hemel speelde. Want dat kon hij óók. Een levensgenieter pure sang.

Mijn held. Op sokken.

Caroline Spaans, redacteur

Afbeelding

Uit de krant