Afbeelding

Sterke vrouwen

Column

Op 28 juni 1579 zijn Cornelis van Immerseel en zijn vrouw Neeltje Florisdochter vroeg opgestaan. Dit boerenechtpaar wonend aan de Ruigenhoek heeft immers om 11.00 uur die ochtend een afspraak bij een notaris in Haarlem. Cornelis en Neeltje willen hun testament opstellen, maar ook wil Cornelis een voor die tijd uitzonderlijke verklaring vastleggen.

Hij wil Neeltje bevoegd maken om zelfstandig besluiten te nemen over de verhuur van de onroerende goederen die zij bij hun huwelijk had ingebracht. Niet meer dan terecht want de woning en landerijen op het Twistduin waren geërfd van haar ouders. Niettemin wijkt het echtpaar hiermee af van de wet die voorschreef dat vrouwen bij officiële zaken vertegenwoordigd of bijgestaan dienden te worden door een voogd, waartoe ook hun echtgenoot gerekend wordt. Vrouwen zijn eeuwenlang maar beperkt handelingsbevoegd geacht. Deze regeling maakt het extra moeilijk om een goed historisch beeld te vormen van het wel en wee van vrouwen. Maar wie oog heeft voor details weet dat er altijd sterke vrouwen zoals Neeltje Florisdochter zijn geweest die hun plaats opeisten of hun echtgenoot overvleugelden. Het eerste overzicht waarin alle inwoners van ons dorp genoemd worden dateert uit 1623, uiteraard opgesteld om belasting te heffen. Dit "Hooftgelt" leert ons dat Noordwijkerhout 622 inwoners telde, verdeeld over zo'n 100 gezinseenheden. In ons dorp woonden maar liefst 17 weduwen, met in totaal 66 kinderen. De 17e eeuw staat dan ook bekend om een vrouwenoverschot.

Er waren simpelweg te weinig mannen. En er zat dan vaak niets anders op dan zelf het bedrijf voort te zetten, meestal een boerderij. Maritje, weduwe van Jeroen Steenvoorden heeft in 1623 zeven kinderen en twee hulpen op haar boerderij in de Bronsgeest. Het lukt haar het bedrijf in stand te houden en uiteindelijk over te dragen aan zoon Willem. Zij moet daarvoor het gebouw verkopen aan het klooster Leeuwenhorst en wordt pachtster van dezelfde woning. We vinden in de archieven veel van deze moedige weduwen terug, daarom nog een paar voorbeelden. In 1756 maakt Pieter van der Hans zijn droom een eigen boerderij te bezitten waar. Hij pachtte Sprockelenburg maar kan dat jaar Westerhout aan het Westeinde kopen. Slechts een jaar mag hij er van genieten.

Weduwe Neeltje van der Zwil heeft met Pieter maar liefst 16 kinderen, deels thuiswonend. Zij besluit boerin te blijven maar niet meer op dezelfde boerderij. De verkoop van Westerhout is echter een heel probleem, de prijzen voor onroerend goed zijn laag en niet alles wordt verkocht. Neeltje keert terug naar Sprockelenburg. Via legaten in haar testament bedankt zij vele jaren later de kinderen die met haar het familiebedrijf door die moeilijke tijd loodsten. En als "recenter" voorbeeld noemen we Cornelia van der Klauw. Zij woont met Jan Heemskerk op pachtboerderij Vredebest (nu Sollassi). Die stond op het Vlak in oostelijk Langeveld, nu Sollassi. Met Jan heeft Cornelia al drie van haar twaalf kinderen naar het kerkhof moeten dragen. Hoogzwanger van de dertiende overlijdt in 1888 een vierde kind, Gerard. Ook het kind dat drie weken later geboren wordt zal maar een jaar oud worden. Eind 1888 raakt Cornelia opnieuw zwanger, maar dit kind dat naar zijn kort daarvoor overleden broertje Lourens genoemd wordt zal zijn vader nooit kennen want Jan Heemskerk overlijdt nog voor de geboorte in september 1889.

Cornelia zal enkele jaren later nog een zesde kind verliezen. Hoe sterk moet zij wel niet geweest zijn om door te gaan met de andere kinderen op die kleine boerderij in het toen nog zo lege, eenzame Langeveld. Zij stond aan de basis van een nu florerende familie "Vlakkie"-Heemskerken. Sterke vrouwen zijn er altijd geweest.

Uit de krant