Afbeelding

Mis

Column

Ze waren dan wel uit Kokkerhout geëmigreerd onlangs maar hadden zich de lokale gebruiken aldaar eigengemaakt. De zaterdag was de dag dat er overal waar maar carnaval gevierd werd een optocht gehouden werd. Ze waren dat gebruik, ondanks hun protestantse wortels, gaan waarderen. De wagens waar meer aandacht besteed werd aan het volume dan aan de aankleding waren wat minder. Dat geboenkeboenkeboenk hoorde je van veel te ver en het overstemde na het passeren nog lange tijd alle andere geluiden. Maar daartussen trokken al die wagens voorbij waaraan met liefde maandenlang was gewerkt door buurtgenoten en vriendenclubs. Loopgroepen of individuele deelnemers hadden al hun fantasie gestopt in uitdossing of performance. Nee, die optocht moesten ze zien, ook in hun nieuwe woonplaats. Zoiets begint natuurlijk nooit om 1 uur of om 2 uur. Daarom stonden ze ruim voor 11 minuten over 1 op een mooi plaatsje langs de doorgaande weg, ter hoogte van het gemeentehuis. Dat wil zeggen: het gemeentehuis was jaren geleden afgedankt en daarna afgebroken. Er werden appartementen gebouwd. Maar het straatje opzij heette nog altijd iets met Raadhuis. Daar moesten ze zijn. Het was koud en guur maar droog. Echt carnavalsweer. Enthousiast zwaaiend met hun vlaggetjes waren ze in afwachting van het moment suprême: de aankomst van de prinsenwagen. Het werd later en later, en wat er kwam: geen wagen. Wel de bus naar Haarlem en die naar Leiden. Fietsers, automobilisten, sommige druk gebarend en wijzend. Hun boerenkielen en rode pruiken baarden opzien. Vreemd dat ze de enige toeschouwers leken te zijn. Want er gebeurde niets. Er klonk geen muziek van een naderende fanfare. Zelfs de hossende dorpsjeugd op een kabaalkar diende zich niet aan. Ze besloten te blijven staan – het zou wel om 11 over 2 beginnen. Maar het werd 11 over 3, en toen 11 over 4. Toen er eindelijk een politiewagen stopte was dat niet om de weg af te zetten. Nee, de agenten hadden het over de openbare orde en maanden hen naar huis te gaan. Ze hielden de moed erin: de terugweg liepen ze in polonaise, voor zover je daar in hevig verkleumde toestand nog toe in staat bent. Wie weet, volgend jaar.

egbert van der weide

Uit de krant