Afbeelding

Sprookje

Column Uitgeweid

Er was eens, niet eens zo heel lang geleden en helemaal niet ver hiervandaan, een kleine lidcactus. Ooit was hij gekweekt om met een paar andere plantjes in een bakje te worden gezet.

Stukje gekleurd hout erbij, wat grijzerige draden ertussen gepropt, want dat was in de mode. Daar stond hij, in een koelhuis, in stelling 84 B 4, samen met honderden van net zulke bakjes, te wachten om een eigenaar te krijgen. Hij werd aangekocht en meteen doorgegeven om te dienen als prijs voor een bridgewedstrijd. Met allemaal andere prijzen wachtte hij geduldig tot het zijn beurt zou zijn te worden uitgedeeld. Geloof maar dat zoiets voor zo'n klein plantje enerverend is. Je gaat er in ieder geval niet door blaken van levenslust. Bij de prijsuitreiking gaf de winnares hem bovendien nog eens door aan iemand anders. Vond ze hem niet mooi genoeg? Bedroefd en met een geknakt ego liet hij zich in dat bakje meenemen naar een huis in een dorp, aan een veel te drukke weg. Dat bakje was trouwens rood, en hij zou roze gaan bloeien. Hij hield z'n kleurgevoelige hart vast. Hij kwam op een wat rommelige werkkamer terecht, voor een raam aan de drukke kant van het huis. De verzorging was om zo te zeggen wisselvallig. Hij hield zich goed, maar de andere planten in het bakje legden het loodje. Dat was ergens een geluk: hij kreeg een eigen potje, wat verse grond en een beetje hoop. Maar daar bleef het bij. Er kwam een bepaalde onrust over het huis en de mensen die er woonden, en onze kleine lidcactus leed er onder. Maar niemand die het zag. Het eindigde ermee dat op een kwade dag iemand hem oppakte, in een stuk papier wikkelde en in een grote, donkere doos stopte. Het duurde dagen voor de doos openging en iemand hem er voorzichtig uitpakte. Hij hoorde kreten van verwondering, zag verbaasde gezichten. Ze hadden hem gemist en waren hoorbaar blij dat hij tevoorschijn kwam. Er had zich, zonder dat hij het wist, in het duister van die verhuisdoos een wonder voltrokken: hij was gaan bloeien! Hij kreeg een ereplekje in de woonkamer, op een plantentafel. En voor zover ik weet bloeide hij nog lang en gelukkig.

egbert van der weide

Uit de krant