Afbeelding

Opvolging

Algemeen Bollenpraat

Laatst stelde het CBS dat 92 procent van de landbouwbedrijven familieondernemingen zijn. Om de levensvatbaarheid ervan te waarborgen, nam veelal de opvolger het bedrijf over voor agrarische waarde.

In de ogen van sommigen van het gezin, voor een vriendenprijsje. Dikwijls werd bedongen dat die opvolger het bedrijf jarenlang niet te gelde zou maken. Hoewel met de lage rente van nu de opvolging wat makkelijker schijnt te gaan, hebben de koeienboeren het wel heel moeilijk. Jonge boeren staan voor een schier onmogelijke opgave. Akkerbouwers hebben het wat gemakkelijker hoewel de grond erg duur is geworden. In glastuinbouwbedrijven gaat het soepeler. Die zijn, als ze tijdig opgeschaald zijn en de jonge ondernemer is goed voorbereid, met hulp van de bank wel over te nemen.

Ook bij zowel groente- als bloemenbedrijven komt de opvolging vaak uit de familie. Nu de bollen. In mijn jonge jaren begon je 'voor je eigen'. Vol vuur, want je vader bleef op de oude manier telen en op school was je door klasgenoten, uit alle delen van het land, gek gemaakt. Bovendien speelde in die jaren de mechanisatie een grote rol. Wie voorop liep profiteerde het meest, maar kreeg ook de kinderziekten voor zijn kiezen. Het jaarlijkse delven in de winter werd door de ploeg verdreven. Ook kwam in de jaren '60 de teelt van bloemen vrij. Dankzij de EEG verdwenen de binnengrenzen en het gehate teeltrecht. Waar tientallen jaren de opvolging vanzelf leek te gaan, was het langs de Straatweg tussen Sassenheim en Hillegom wat lastiger. De grote bedrijven daar zijn bijna allemaal verdwenen. Jammer?! Iedere tijd heeft zijn eigen dynamiek. Is het in Noordwijkerhout goed geregeld? Als ik de JUBben, Hogervorsten, Damen's, Verdegaal's, Van Haaster's, Penningsen, de Ridder's, Van Wenten en nog veel meer zie, gaat dat wel goed!                

Aad van Ruiten

Uit de krant